2018 03 15 NIET DIRECT 30
Goodnight sweetheart, it’s time to go
Voordat vocal group Almoos Kloos de laatste Niet Direct avond met dit lied afsloot, hadden alweer heel wat gasten op het toneel acte de presence gegeven. Er was besloten om niet het grand café, maar de kleine zaal van De Bombardon te gebruiken. En die zat helemaal vol.
Gastheer Paul van Dooren was in zijn nopjes en kondigde als eerste Maud van Leeuwen aan. Dit jonge talent zong twee eigentijdse liedjes, o.a. een van Ed Sheeran, begeleid op keyboard door Jasper Wismans. Ondanks haar jonge leeftijd was haar optreden zelfverzekerd, waarbij ze liet merken dat ze haar stem goed gebruikte en beheerste.
Vervolgens maakte auteur Auke Hulst zijn opwachting. Verrast door het talrijke publiek bood hij een kijkje in zijn persoonlijke geschiedenis en daarmee ook in zijn ontwikkeling tot schrijver. Dat wisselde hij af met stukjes uit zijn boeken en liedjes van eigen hand, die hij zelf van gitaarbegeleiding voorzag. De nadruk lag op het recente Motel Songs, een combinatie van boek en CD die hij publiceerde na een lange reis door de VS. Een belangrijke plek in dat boek is er voor zijn veel te vroeg overleden vader; na diens dood desintegreerde het gezin. Hij bezocht plaatsen van bekende schrijvers zoals F. Scott Fitzgerald en Ernest Hemingway, en ook van enkele van zijn muzikale helden zoals Jeff Buckley, Kurt Cobain en Prince. Dat alles maakte hij zichtbaar met foto’s die hij zelf tijdens zijn reis had gemaakt.
Na zijn indrukwekkend relaas voerde vocal group Almoos Kloos een viertal liederen uit, alle a capella. Eine nette Begegnung werd niet alleen gezongen maar ook uitgevoerd: een herkenbaar gegeven waarin je iemand van lang geleden tegenkomt, niet precies weet wie het is en ook niet weet wat je moet zeggen. Ze sloten af met White winter hymnal, waarbij ze, heel verrassend, zittend op het podium een soort choreografie met de handen uitvoerden.
Na de pauze deed John Hölsgens zijn verhaal. Als deelnemer van het vroegste uur mijmerde hij na over al die mooie avonden die hij had mogen meemaken. Hij sprak de hoop uit dat hij het publiek had vermaakt, geprikkeld en geamuseerd. Zijn profetische gave bleek uit zijn bijdrage aan de 29e Niet Direct, toen hij vraagtekens plaatste bij het functioneren van Halbe Zijlstra; we weten hoe het is afgelopen.
Isis van Cruchten, het tweede jonge talent, schrijft al lang verhalen. Met een afbeelding van Lenin op de achtergrond las ze een stuk voor uit een verhaal waar ze mee bezig is. Gastheer Paul van Dooren prees haar terecht voor de treffende verwoording van het gevoel van beklemming in de voormalige Sovjet-Unie, waar ze haar verhaal situeert.
Geertje Claessen, alias Geertje Grom, vertelde dat ze liever áchter de schermen werkt en deed toen kort uit de doeken hoe ze een flyer voor Niet Direct maakt. Ze kreeg de lachers op haar hand met haar opmerking: “Zo simpel is het, nu kunt u het ook.” (Maar niet heus). Verrassend genoeg bleek ze zelf model te staan voor de vrouwenfiguren op haar flyers. Vervolgens liet ze een aantal voorbeelden zien van haar werk, bijvoorbeeld voor het magazine van De Limburger.
Met al deze geweldige optredens was het al later dan normaal toen Almoos Kloos voor een tweede bijdrage verscheen. De mannen van het gezelschap zongen een indrukwekkende versie van In this Heart van Sinead O’Connor. Daarna volgden nog drie liedjes, waaronder het wereldberoemde Music van John Miles. Ze sloten, zeer toepasselijk, af met Goodnight Sweetheart, it’s time to go.
En daarmee kwam de laatste Niet Direct tot zijn afsluiting. Paul van Dooren bedankte alle vaste medewerkers en vooral het publiek: zonder hen had het nooit zo mooi kunnen zijn. Dagmar van Hattem bedankte Paul, Wies Kerbusch en Pierre Boonen namens de stichting Kunst en Cultuur Leudal, en sprak de hoop en de wens uit dat er een nieuw initiatief voor literatuur en muziek zal komen. De stichting zal het met open armen ontvangen!
Dit is hem dan, de laatste.
Nou ja, niet helemaal. Ik blijf natuurlijk schrijven. Maar dit, die bijzondere avonden waarbij ik met u genoten heb van al dat fraais, ga ik toch missen. Het was me een eer en een genoegen, tien jaar lang. En wat is er veel gebeurd in die tijd. We zijn vooral tien jaar ouder geworden met z’n allen. Maar wat hebben we ook genoten van alle bijzondere mensen en hun mooie werk, dat zij hier in Heythuysen, in Grathem, in Roggel, in Haler en zelfs een paar keer al varende op de Maas bij Neer aan ons presenteerden.
En al die keren mocht ik er bij zijn. Ik heb daarbij geprobeerd u te vermaken, allerlei zaken van een andere kant te belichten, soms om te overtuigen maar meestal om u een beetje aan het denken te zetten. Hopelijk heb ik u regelmatig kunnen laten lachen en soms misschien zelfs laten huilen. Ik heb mensen geprezen en anderen ongetwijfeld ook beledigd, al was het me daar nooit om te doen. Ik heb verder geprobeerd om regelmatig ook om mezelf te lachen, want dat is toch een belangrijke manier om overeind te blijven in deze rare wereld.
À propos ‘rare wereld’: mocht u verwachten dat ik vanavond een magisch onderwerp ga aanroeren dan moet ik u teleurstellen. Voor je het weet word je hier in Leudal veranderd in een kikker of een zoutzuil en ik wil vanavond nog terug naar Roermond. Je moet er trouwens niet te moeilijk over doen, want Herman van Veen zong dat in zijn liedje uit 1987 al: voor een toverspreuk van kwaliteit ben je zomaar 20.000 euro per maand kwijt. En ook al zingt het leidend voorwerp hem vrolijk na ‘zelfs de oma van mijn oma had nooit een tovenaarsdiploma’, ik ga op die laatste avond geen onnodige risico’s nemen.
Wel vond ik het erg leuk dat ik hier af en toe mijn eigen profetische gaven aan u mocht tonen. Zoals bijvoorbeeld bij de vorige gelegenheid nog, toen ik de buitenlandervaring van de Nero van de vaderlandse cultuur, de heer Zijlstra, publiekelijk in twijfel trok. We hebben een paar maanden later allemaal kunnen zien wat er gebeurd is. Wij, de complete cultuursector maar ook alle vluchtelingen die hier hun ogen of borsten hebben laten corrigeren, weenden mee toen hij in de armen van de premier viel. Laat het een troost zijn dat, al scheelde het niet veel, Niet Direct in ieder geval zíjn politieke loopbaan overleefd heeft.
Verder is er nogal wat schade aangericht, al kunnen we die niet allemaal toeschrijven aan de bezuinigingsdrift van Halbe en zijn wakkere neoliberale kornuiten, dat zou oneerlijk zijn. En misschien heeft die constatering ook wel wat te maken met mijn eigen, in de afgelopen tien jaar toch wat veranderde perceptie van kunst. Hoewel ik me niet echt aan de indruk kan onttrekken dat het soms ook aan de kunstvorm zelf lag.
Neem nou de popmuziek. Natuurlijk heeft dat genre ons veel gegeven. In de jaren zestig bracht het zelfs complete maatschappelijke veranderingen op gang. In de jaren zeventig verzorgden grote artiesten als Bowie of Queen de soundtrack bij je leven en zelfs in de door velen verfoeide jaren tachtig werden er – als je tot onder de oppervlakte van de plastic troep doorgroef – prachtige nummers gemaakt. De jaren negentig zorgden voor volle stadions, voor mensen die in ieder geval nog een instrument konden bespelen. Tegenwoordig staan 80.000 man te kijken naar iemand die een USB-stick verwisselt.
Sociaal engagement, ga het binnen de popmuziek maar eens zoeken in het huidige tijdsgewricht. Maar ook qua techniek en creativiteit valt er steeds minder te genieten, is mijn indruk. Dat werd me helemaal pijnlijk duidelijk toen ik een vriendin kreeg die conservatorium heeft gedaan. En zij behoort écht niet tot een soort elitaire Klassiekpolitie, want ze heeft ook op Pinkpop gestaan al mag ik dat van haar nooit zeggen (sorry Brenda). Maar ze heeft me wel bewust gemaakt van de terreur van zoiets als de ‘autotune’. Ik wist vooraf niet dat dat zo heet, maar het gaat dus om dat vervormende effect, waardoor iedere zanger of zangeres tegenwoordig klinkt alsof ze op de badkamer met hun hoofd in de toiletpot hangen. En zelfs al zing je zo vals als een Bengaalse trapgans, dan filtert de producer dat er zo wel uit.
En dat is slechts één van de redenen waarom ik totaal niet meer onder de indruk ben van allemaal die lieden die tot ‘talent’ worden gebombardeerd in het zoveelste showprogramma op RTL 38, terwijl hardwerkende, met echte aanleg gezegende artiesten nauwelijks een poot aan de grond krijgen omdat ze niet in het marketingformat passen.
Dáárom was het zo mooi dat dit hier niet alleen een podium was waar grote namen hun opwachting hebben gemaakt. Het was ook de plek waar goede, jonge talenten in de spotlights stonden. En dat gold niet alleen voor de muziek, maar ook voor de literatuur zoals we vanavond weer hebben kunnen zien en soms ook voor heel andere kunstvormen. Het is dus niet zo dat die jongeren er niet meer zijn, maar we blijven, vind ik, wel de plicht houden om hun de kansen te bieden waar ze recht op hebben, zodat ze niet ondergaan in al het commerciële geweld en de visuele vervuiling die over ons uitgestort wordt.
Ik hoop daarom op een vervolg, vooral voor hén. Hetzij via een ander podium waar men zich van dat belang bewust is, of misschien zelfs wel via anderen die deze fakkel ooit kunnen en willen overnemen. Onze jonge talenten verdienen dat.
Dat was de belangrijkste boodschap die ik u nog wilde meegeven vanavond. En u hoort zoals gezegd vast nog wel van mij via andere kanalen. Maar ga nu eerst nog genieten van het allerlaatste stukje Niet Direct. Ik zeg alleen nog dank je wel aan iedereen die heeft meegewerkt de afgelopen tien jaar, Paul, Pierre en Wies in het bijzonder, en Johan natuurlijk.
En vooral dank je wel aan u, publiek. Dank u wel voor al dat applaus in de afgelopen tien jaar. U was trouw, u was lief. Rij en - als u in Roermond woont - stem voorzichtig, denk aan mij. Ook daarna nog.
Merci bien en tot ziens!
John Hölsgens bij Niet Direct 30 15 maart 2018